Byron Bay - Fraser Island

Om alles wat ik geleerd hab in de afgelopen week in de praktijk te brengen ben ik bijna een week in Byron Bay gebleven, een klein dorpje, en alles wat er is heeft te maken met surfen. Mooie zonsopgang vanaf de vuurtoren, lange stranden en vooral goede golven. Heb hier voor het eerst echt regenwoud gezien. Van daaruit ben ik verder gegaan naar Surfer's Paradise, maar het had net zo goed Salou kunnen zijn dus daar ben ik maar niet te lang gebleven.

Dus verder naar Brisbane met de bus. Je zou denken een grote stad is een grote stad, maar de sfeer was heel anders dan in Sydney. Ze hebben rivieren en aan de rivier een kunstmatig strand aangelegd met zelfs zout water. Maar dat haalt het natuurlijk niet bij het echte strand. Wat ook opvalt is dat ze naast de oudste gebouwen van de stad (rond 1820) enorme flatgebouwen neerzetten. Denk niet dat B&W dat bij ons goed zou keuren....
Hier ben ik naar het oudste en grootste Koala Sanctuary geweest in Lone Pine, 45 min. vanaf Brisbane. En natuurlijk ook een koala vast mogen houden! Hier hebben ze o.a. fokprogramma's om de populatie van de soorten die minder vertegenwoordigd zijn weer op peil te brengen, maar ook gewonde en zieke dieren worden hier binnengebracht (niet alleen koala's maar ook kangoeroe's, wombat etc.). Afhankelijk of ze als ze beter zijn weer op zichzelf kunnen leven worden ze uitgezet in het wild of blijven in het park.

Vanuit Brisbane ben ik per bus verder getrokken naar Noosa, een van de mooiste plaatsen waar de Australiers zelf wonen. National Park, lange stranden, mogelijkheden om te surfen, regenwoud, everglades met mangrovebossen, haven met uitlopers naar het binnenland en naar zee, sjieke winkelstraten maar ook gezellige terrasjes en goedkope restaurantjes met sea-food. Hier ben ik dan ook een week blijven hangen, had een geweldig monumentaal hostel uit 1880 met grote houten veranda's waar s'ochtends de kleine papagaaien aan de ontbijttafel komen om een stukje brood met jam mee te eten. Bovendien ook veel koala's en dolfijnen (die ik in het begin verwarde met een haai en mezelf dood ben geschrokken op mijn surf-board. Ik denk heb ik weer......)

Na een geweldige week in Noosa ben ik op de bus gestapt naar Rainbow-Beach, dit is de uitvalsbasis om naar Fraser Island te gaan, waar ik 3 dagen op jeep-safari ben geweest, slapen in een tentje midden in de wildernis tussen al het gedierte wat er rondloopt.

Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld, 124 km lang en 35 km breed en World Heritage Listed. Rijden op het eiland kan alleen met een 4WD vanwege het ruige gebied. Langs de kust vind je brede zandstranden met her en der wash-outs (zoetwaterstromen vanuit het binnenland over het strand naar zee), grote zandduinen met alle kleuren die je je kunt bedenken van dieprood tot geel, een groot scheepswrak, zwemmen kan helaas niet want er staan sterke stromeningen en buiten dat erg veel tijgerhaaien.....
De binnenlanden zijn heuvelachtig met regenwoud, smalle steile blubberrige wegen, zoetwatermeren zo helder dat het lijkt of je in een zwembad staat en spierwitte silicon-stranden.

En niet te vergeten dingo's, heb er wel een paar gezien op afstand gelukkig, want in het verleden zijn er wel eens aanvallen op mensen geweest. Komt voornamelijk omdat ze gevoerd werden door de bezoekers van het eiland waar ze agressief van werden, er wordt nu toezicht op gehouden dat de natuur niet wordt verstoord. Op het eiland zijn 3 plaatsen waar je water en ijs kunt halen, dus een zaak van plannen want je wilt niet zonder komen te zitten. Omdat het wereld-erfgoed is wordt er uiteraard ook streng toezicht gehouden door Rangers dat je geen rotzooi achterlaat, je mag geen chemische middelen zoals waspoeder, zeep of tandpasta gebruiken. Je kunt je dan ook wel voorstellen hoe iedereen er uit zag na 3 dagen!

C ya mates!